Bemaling in een parkzone: Istoir bevestigt expertise in Potuit

Als specialist in erfgoedherbestemmingen, staat Istoir vaak voor boeiende vraagstukken. Eentje daarvan betreft grondwaterverlaging bij grondwerken, zogenaamde bemaling. Een hedendaagse uitdaging bij de reconversie van erfgoed is om zo duurzaam mogelijk tijdelijk het grondwater te verlagen in functie van de andere werkzaamheden op de site. Om dat slim en correct aan te pakken, rekenden we voor het reconversieproject Potuit op de expertise van Naten Van Hemelrijck, Ingenieur Milieukunde en (op dat moment) CEO van Geovanhecke.

grondwaterbemaling potuit
Waarom was grondwaterverlaging noodzakelijk?

De site Potuit omvat de renovatie van een bestaand gebouw en de constructie van een aantal nieuwe gebouwen boven een ondergrondse parkeerkelder op de plaats waar een oude loods stond. Een logische keuze. Op reeds verstoord terrein wordt aan verdichting gedaan, maar dit op visueel en ruimtelijk passende wijze in het oude park-domein. Voor de constructie van de kelder moet het grondwater worden verlaagd. “Niet enkel heb je te maken met erfgoed, je moet ook rekening houden met de natuur op het eigen terrein én het openbare domein errond. De bemaling met inbegrip van 100% retournering moest op het terrein zelf gebeuren. Retourneren, of het terug in de bodem brengen van het opgepompte grondwater, was de enige mogelijkheid. Er was geen toelating om te lozen in de openbare riolering, of voor regenwaterafvoer. Het initiële plan waarvoor vergunning was bekomen, omvatte bemalen met 20 dieptebronnen en evenveel retourbronnen. Maar dat bleek in de praktijk niet helemaal inpasbaar. Dus bedachten we in het Geovanhecke-team een alternatief bemalingsplan dat nu ook uitgevoerd is. Eind juni was dit afgerond. Binnenkort staan we ook paraat bij de wegeniswerken.”

Welke oplossing bedachten jullie?

“Dat is nogal technisch, maar in principe komt het neer op minder bronnen en ook beperktere diepte voor de onttrekking om zo het totale debiet te beperken. Minder debiet betekent ook dat we minder volume terug in de bodem moeten brengen door retournering. Daarnaast was er ook een herpositionering van de retourbronnen waardoor we enkel op het eigen terrein konden blijven en niet in het aangrenzende openbare park dienden te werken. Een infiltratiesleuf op het terrein bood dan een oplossing voor het overlopen van de retourinstallatie. Door deze elementen meer strategisch te positioneren en de uitvoering te coördineren, in samenspraak met de uitvoerende partijen, konden we hinder beperken én kostenefficiënter werken. De projectleider van Camino en alle betrokken partijen verdienen lof voor de prima samenwerking!”

“Retourneren en ondiep oppompen is geen doorsnee keuze, maar het is gelukt.”

Waarom was deze oplossing zo uniek?

Het retourneren van grondwater op bouwwerven is vandaag in opgang en zoals alles wat nieuw is zijn er uitdagingen. Retourneren van ondiep opgepompt grondwater is echter geen doorsnee oplossing. Heel wat stemmen in de sector stellen dat dit niet toepasbaar is … Een issue dat zich voordoet bij ondiep oppompen is namelijk dat het water belucht wordt waardoor opgeloste mineralen reageren met zuurstof. Ze vormen dan fijne deeltjes, in dit geval ijzeroxide, die de retourbronnen kunnen verstoppen. Door intensief te regenereren en gebruik te maken van de infiltratiegracht losten we dit op. Het is meer dan geslaagd! Toch een kanttekening voor wie te enthousiast is: het uitgestrekte bouwterrein liet ons toe om dit zo te organiseren. Om dit op andere werven toe te passen zullen we compactere oplossingen moeten vinden. Dat kan, maar vergt innovatie en tijd. Dit is dus zeker nog geen standaardoplossing. Elke werf is vandaag uniek!”

grondwaterbemaling potuit
Wat was de impact op het groen errond?

“Het parkdomein is gedeeltelijk aangeduid als boszone dus er werd een European Tree Worker of ETW’er aangesteld. De bemaling neemt grondwater weg en dus houdt de ETW’er toezicht op de waterbeschikbaarheid voor de natuur. Een netwerk van infiltratie en beregeningsleidingen verdeelden het opgepompte grondwater over het terrein. Op de werf hielden we met sensoren en debietmeters het grondwaterniveau voortdurend in de gaten, zodat niet onnodig werd bemaald. De bronnen werden individueel gestuurd en naarmate de bouw vorderde kon de grondwaterstand geleidelijk terug verhoogd worden. Zo kregen de bomen en planten op het domein tijdens de droge weken in het voorjaar wél water en we zien het resultaat.”

“Naast het feit dat het om erfgoed gaat, moet je hier ook rekening houden met de natuur in een parkzone en het openbare terrein errond.”

Hoe belangrijk is een duurzame benadering van dit thema volgens jou?

“Ik sta zelf almaar meer op de barricade als het over bemalen gaat. Duurzamer met grondwater omspringen is noodzakelijk! Maar hoe bereiken we dat? Onze maatschappij heeft heel wat uitdagingen: erfgoed, verdichting, vergroening, klimaatverandering … en dat in een heel complexe economische en mondiale context. Het project Potuit is een synthese hiervan en dus een mooi voorbeeld. Te lang namen we het simpelweg lozen van bemalingswater in de riolen en het verharden van terreinen als vanzelfsprekend. Maar hoe kan je bestaande inzichten en werkwijzes veranderen? Heel veel partijen hebben nood aan kennis en eenvoudige richtlijnen, want het kan anders. De voorbije jaren hebben we als sector met steun van de Vlaamse Confederatie Bouw en steun van vele actoren een verandering ingezet. De doorstroming naar alle belanghebbenden zal komende maanden moeten versnellen. Vele betrokkenen in de maatschappij kijken eenzijdig naar deze materie en te vaak sluiten partijen de ogen. Het komt nog steeds over als complex, en door de versnippering van regelgeving en kennis is het vandaag ook onoverzichtelijk. Ik ben erg blij dat Camino daar mee verandering in probeert te brengen. De groep was een van de eersten die vroeg voor interne opleiding. Ze staat open voor advies en is bereid alle mogelijke paden te bekijken en bewuste keuzes te maken. Om vervolgens de balans op te maken – duurzaamheid, budget, wensen van de klant, medewerking van de andere onderaannemers … – en een verantwoorde aanpak te vinden. En bij Istoir komt daar nog eens het luik erfgoed en al de bijhorende vereisten bij. Het is niet evident, maar je ziet: met een project als dit staan we weer een stap verder en tonen we dat het kan. Het feit dat dit thema in dit artikel nog eens aangekaart wordt, maakt vast en zeker ook een verschil.”